Wie het verleden verwaarloost, hypothekeert onze toekomst

NAVIGO museum - Oostduinkerke

NAVIGO-museum verkrijgt houten garnalenvissersschip N.116 Nostalgie

Het visserijmuseum NAVIGO in Oostduinkerke kocht recent het garnalenvissersschip N.116. Tot 2020 was de N.116 Nostalgie actief en vertrok vanuit de haven van Nieuwpoort voor de garnalenvisserij.

De laatste houten vissersschuit werd op 17 maart 2022 beschermd varend erfgoed. De Nostalgie ging via Oostende naar de haven van Zeebrugge.  Nadat het visserijmuseum NAVIGO het schip kocht, keert  het definitief terug naar de haven van Nieuwpoort om te worden ingezet als recreatief vissersvaartuig. Bedoeling is dat mensen kunnen inschrijven voor een dag op zee om zo het vissersleven aan den lijve te voelen.

Geschiedenis

De Nostalgie werd in 1961 gebouwd in Zeebrugge op de werf van De Graeve voor rekening van Raphaël Beyen. Het schip werd in de haven van Oostende geregistreerd als de O.116. Het schip voer aanvankelijk onder de naam Lucie-Jenny. Het werd voor de kustvisserij gebruikt met een uitrusting voor de boomkorvisserij. In 1973 werd het schip Caroline gedoopt. In 2015 werd Nieuwpoort de thuishaven en werd het schip omgedoopt tot de N.116 Nostalgie. Het vaartuig viste op garnalen. In 2020 kreeg het vaartuig een nieuwe eigenaar en kwam een einde aan de carrière als kustvisser. Het vaartuig werd voortaan recreatief gebruikt vanuit de haven van Zeebrugge.

Het schip werd gebouwd in hout. Het scheepstype wordt aan de Belgische kust een garnalenvisser genoemd. Het gaat terug op het negentiende-eeuwse gezeilde houten kielschip zonder spiegel. De moderne variant heeft evenwel overhangende stevens wat toelaat om het roerwerk intern op te stellen en een efficiënte schroef te installeren. De Nostalgie werd voorzien van een hoge vooropbouw in staal, de zogenaamde stormbak. Ook de stuurhut is in staal uitgevoerd.

Bron: Inventaris Varend Erfgoed  https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99120

© Onroerend Erfgoed. Nostalgie was toen nog de O116 Caroline
(2011, foto Maarten Van Dijck)

Op Stoapel VZW - Temse

Boelwerfkraan in Temse
blijft beschermd monument

De iconische Boelwerfkraan in Temse blijft toch geklasseerd als beschermd monument. Het Lokaal Bestuur werkt samen met het Agentschap Onroerend Erfgoed en een gespecialiseerd architectenbureau aan een dossier voor conservatie van de kraan. Enkele partnerbesturen co-financieren de instandhoudingswerken met een eenmalige projectsubsidie.

Geschiedenis van de Boelwerfkraan
In 1829 richtte Bernard Boel in Temse een scheepsbouwbedrijf op. Dit groeide uit tot de wereldberoemde Boelwerf met meer dan 3 500 werknemers op haar hoogtepunt. De middelgrote scheepswerf profileerde zich internationaal door de constructie van grote metalen vrachtschepen, tankers, ferry’s en fregatten en industriële installaties. Door de internationale scheepsbouwcrisis in de jaren ‘80 en de grote concurrentie van Aziatische werven kreeg de scheepsbouw in België het moeilijk. In 1992 ging de Boelwerf voor de eerste keer failliet. Na het heropstarten onder de naam NV Boelwerf Vlaanderen sloot de werf definitief de deuren op 30 november 1994. Het bedrijf zette België op de kaart en had internationale faam. De Boelwerf bouwde in totaal 1 551 schepen, van binnenvaartschepen tot grote zeevaartschepen (zoals bulkcarriers, cargo’s, containerschepen, koelschepen, ferryboten, tankers RORO en CONRO-schepen). Op dit moment varen er nog een 20-tal zeevaartschepen die gebouwd zijn in Temse. Deze schepen doen tal van havens aan, o.a. de Haven van Antwerpen en de Waaslandhaven.

Daarnaast was de Boelwerf actief binnen de zware havenindustrie en bouwden zij o.a. de raffinaderij voorraadtanks van Total Fina, industriële opslagtanks voor propaan, voorraadtanks voor vloeibaar gas, de metalen binnenmantel van de kerncentrale Doel 3, de sluisdeuren van de Berendrechtsluis en de Boudewijnsluis, alsook de Boudewijnbrug in de Haven van Antwerpen. De Boelwerfkraan dateert van 1957, de machinekamer en het hijswerk zijn van de machinefabriek Hensen (Rotterdam). De torenkraan werd gebouwd voor het scheepsbedrijf Cockerill Yards in Hoboken. Na het faillissement van Cockerill Yards in 1982 werd de Boelwerf door de overheid gedwongen om een deel van die firma (arbeiders en materiaal) over te nemen. Zo kwam de torenkraan in 1982 naar Temse, waar ze nog altijd waakt over de Schelde. Deze elektrische torenkraan (M22) is nog de enige Hensenkraan in België. De kraan is bij KB van 22 juni 2004 beschermd als monument door zijn industrieel-archeologische en sociaal-culturele waarde.

“De iconische kraan bezorgt Temse een unieke skyline”, vertelt Eddy Van Grevelinge, voorzitter van erfgoedvereniging Op Stoapel. “De Boelwerfkraan is een symbolisch icoon van Temse als monumentaal landschapsbaken. De kraan is een eerbetoon aan het scheepswerfverleden van Temse, het Waasland en bij uitbreiding van België én een blijvend eerbetoon aan de scheepsbouwers van weleer.” Op Stoapel bepleit al meer dan tien jaar een zinvolle en duurzame toekomstige bestemming van de historische Boelwerfkraan. De opname van de monumentale torenkraan als ankerpunt in het recente Boelwerfparcours is de kroon op het werk van jarenlange inspanningen om de kraan de erfgoedbestemming te geven die ze verdient op deze historische locatie.

 

Na al die jaren drong een grondige renovatie van de kraan zich op. De restauratiekosten liepen hoog op met een raming van meer dan anderhalf miljoen euro. De gemeente kan deze grote investering niet maken, rekening houdend met de andere lokale beleidsprioriteiten en -noden. In 2021 vroeg de gemeente daarom de deklassering van de Boelwerfkraan als beschermd monument aan. Uit het openbaar onderzoek dat gehouden werd voor het ministerieel besluit van 29 september 2021 tot voorlopige opheffing van de bescherming als monument van de elektrische torenkraan, bleek dat er een groot maatschappelijk draagvlak is om de Boelfwerfkraan te behouden. Bij het afsluiten van het openbaar onderzoek waren er 403 unieke digitale bezwaarschriften, 158 analoge bezwaarschriften, een petitie met 477 handtekeningen en een lijst met 1 380 namen ingediend.

Door het recordaantal aan bezwaren besliste minister Matthias Diependaele om de opheffingsprocedure on hold te zetten. De voorlopige opheffing van de bescherming leidde in het voorjaar 2022 tot een nieuwe dynamiek en heel wat overleg met o.a. bevoegde overheden, erfgoedpartners, gespecialiseerde restauratiebedrijven en andere belanghebbenden. Erfgoedvereniging Op Stoapel bleef ook ijveren voor het behoud van de kraan als waardevol erfgoed voor de gemeente. Minister Diependaele volgde het dossier zelf van nabij op en kwam op 30 april naar Temse voor de rondetafelconferentie (georganiseerd door Op Stoapel met medewerking van Lokaal Bestuur Temse en het Kabinet van de minister) rond het behoud en de bescherming van de torenkraan. “Gemeente Temse hecht veel waarde aan de Boelwerfkraan. De hoge restauratiekosten dwongen ons te kijken naar alternatieven voor behoud en restauratie. Ik ben blij dat het openbaar onderzoek geleid heeft tot een nieuwe dynamiek voor het behoud van de torenkraan. De toegezegde cofinanciering door Interwaas en de Maatschappij Linkerscheldeoever bewijzen dat er in de Wase regio een breed maatschappelijk draagvlak is voor de conservatie van de kraan en het Boelwerfverleden”, aldus schepen van Erfgoed Lieve Truyman.

Het architectenbureau Barbara Van der Wee kreeg de opdracht om met betrokken ingenieurs de mogelijkheden te onderzoeken om de kraan op een goedkopere manier een toekomst te geven op basis van nieuwe inzichten en technieken. Hierbij wordt de dure totaalrenovatie losgelaten. Er wordt onderzocht en becijferd welke onderhoudswerken nodig zijn om de kraan verder in stand te houden. Binnenkort bespreekt het Lokaal Bestuur met de architect en het Agentschap Onroerend Erfgoed de mogelijke pistes. Daarna kan een nieuw subsidiedossier worden ingediend bij het Agentschap. De Vlaamse overheid draagt 60% van de kosten. Naast de inbreng van het Lokaal Bestuur zorgen ook Interwaas en de Maatschappij Linkerscheldeoever voor een cofinanciering via een projectsubsidie van elk 150.000 euro. Er worden nog inspanningen geleverd om ook via private partners en de bedrijfswereld giften te bekomen. Op woensdag 26 oktober kreeg Temse gewaardeerd bezoek van de bevoegde Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele. Hij gaf meer duiding bij het doorlopen traject en de volgende stappen voor de conservatie van de Boelwerfkraan. De minister toonde zich opgetogen met de doorstart in dit dossier. Minister Diependaele is tevreden met de uitkomst in dit dossier: “Als minister van Onroerend Erfgoed ben ik verheugd dat de restauratie van de iconische torenkraan een doorstart krijgt. De opheffingsprocedure wordt per direct stopgezet. De hernieuwde aandacht voor de kraan, door de procedure die ik opgestart heb, toont aan hoe ons industrieel Vlaams erfgoed leeft. De torenkraan is een baken langs de Schelde en een stille getuige van ons rijk scheepsvaartverleden, met een restauratie geven we deze door aan toekomstige generaties.”

Overgenomen van https://opstoapel.org

 

Herdenking
overleden scheepsbouwers

Zoals elk jaar herdenken we alle overleden scheepsbouwers (m/v) waar ook ter wereld. In het bijzonder deze die door ongevallen op de scheepswerven om het leven kwamen alsook de asbest slachtoffers.

Op Stoapel nodigt iedereen uit voor de herdenking op zaterdag 5 november aan het startpunt van het Boelwerfpacours.

Samenkomst om 11u. Voor de GPS kan je als adres Frans Boelplein ingeven. Ruime parking is voorzien aan AC De Zaat en Supermarkt Delhaize.

MPM - Maritiem Patrimonium

Gezocht:
voormalige bemanningsleden van lichtschepen

Wie helpt ons zoeken naar voormalige bemanningsleden van de Belgische lichtschepen?

We willen deze zeemannen graag interviewen.

Hun verhaal zal te zien en te horen zijn door bezoekers van het lichtschip 3 West-Hinder op de Droogdokkensite te Antwerpen.

contact Paul Mallentjer
pmallentjer@mpmstichting.be of mobile : 0477 345 879

De Scute - Blankenberge

viert dertigste verjaardag

De Scute bestaat dertig jaar, en dat werd gevierd met onder andere een speciale expo die liep van 21 tot en met 23 oktober. De expo vertelde over de maritieme vereniging en hun twee erfgoedschepen en hun vertegenwoordiging van de visserij van Blankenberge in binnen- en buitenland.

De Scute is de vereniging die in 1992 door een aantal enthousiaste mensen opgericht werd om een replica te bouwen van een Blankenbergse schuit. In 1999 werd uiteindelijk de B1 Sint-Pieter te water gelaten. Later kwam daar de B72 Jacqueline Denise nog bij. Samen zijn deze schepen met de leden van De Scute VZW, een belangrijke erfgoedambassadeur voor Blankenberge.

De Scute is aanwezig op vele watergebonden evenementen zoals Oostende voor Anker, Klassieke Schepen Nieuwpoort, Zeewijdingen, Water-rAnt in Antwerpen en visserijfeesten in diverse havens. Ook met andere watergebonden erfgoedorganisaties in Frankrijk, Nederland en Groot Brittannië hebben de mensen van De Scute goede contacten. De vereniging heeft de beschikking over een mooie loods waar zich, in een loodskotter naast het lokaal, hun clublokaal bevindt. In de loods zelf heeft de vereniging een museum ingericht.