Wie het verleden verwaarloost, hypothekeert onze toekomst

Provincie Oost-Vlaanderen
Ruimschoots VZW

twee nieuwe boeken van Maurice Kaak

Over varend erfgoed is de jongste decennia al een flinke bibliotheek bij elkaar geschreven. Overzichtswerken, beschouwende artikels, verslagboeken van studiedagen en projecten, monografieën over één specifiek scheepstype, over de geschiedenis van één schip of van één historische scheepswerf … Te veel om op te noemen. Dat hoeft ons ook niet te verwonderen. De Lage landen bij de Zee zijn ontstaan aan het water en leefden gedurende eeuwen bijna uitsluitend van en door het water. Voedselbevoorrading en transport van mensen en goederen zouden niet mogelijk geweest zijn, en zijn dat heden ten dage nog steeds in grote mate niet, zonder waterwegen.
Dat heeft onder meer een grote verscheidenheid aan typische schepen en boten opgeleverd. Die verschilden van streek tot streek, van waterweg tot waterweg en naargelang het doel waarvoor ze gebouwd waren.

Met deze twee nieuws boeken is Maurice Kaak niet aan zijn proefstuk toe. Op jonge leeftijd belandde hij bij de scheepswerf Poschet te Merksem. Hij leerde er het ambacht van scheepstimmerman en bekwaamde zich in het tekenen van lijnenplannen, constructieplannen, zeilplannen, doorsneden van binnenschepen en werkboten. Daarnaast bezocht hij werven en musea in Vlaanderen, Nederland en Frans-Vlaanderen.

Oude binnenschepen en werkboten die in de Lage Landen de rivieren, stromen en kust bevoeren spreken tot de verbeelding. Ook op de scheepswerven in Baasrode liepen dergelijke schepen van stapel. De kennis van de verschillende scheepstypes en van de taken waarvoor die werden ingezet, is evenwel heel zeldzaam geworden. Daarom publiceert de provinciale erfgoedsite Scheepswerven Baasrode de studie van Maurice Kaak over de binnenschepen en werkboten zoals ze waren.

Dit boek brengt voor het eerst een helder geschiedkundig en technisch correct overzicht van maar liefst 92 verschillende binnenschepen en werkboten die van het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw in Vlaanderen en Nederland op de stromen en rivieren actief waren. Maak kennis met beerotters, gaffelschuiten, palingboten, walenboten, jollen, ponten, bovenschepen van de Dender, Friese wildschieters, doesburgers, escutes, bacôves, schokkers, baquets van Charleroi en zovele types meer. Naast de historische en technische toelichtingen is van elk schip een fraaie en gedetailleerde tekening vervaardigd door Maurice Kaak opgenomen.

Dit boek sluit naadloos aan bij de scheepsterminologie die Maurice Kaak verduidelijkte in zijn publicatie Vlaamse en Brabantse binnenschepen uit de 18e en 19e eeuw. Bovendien verwierf Scheepswerven Baasrode het indrukwekkende archief van Maurice Kaak.

Binnenschepen en werkboten zoals ze waren

te verkrijgen bij de
provinciale erfgoedsite Scheepswerven Baasrode,
Sint-Ursmarusstraat 137, 9200 Baasrode,
tel. 052-33 35 00
scheepswervenbaasrode@oost-vlaanderen.be

Het boek telt 191 bladzijden en is rijkelijk geïllustreerd.
Kostprijs: € 25 (+ verzendkosten € 5,7 voor verzending binnen België,
€ 7,8 voor verzending naar het buitenland.)

Vóór de opkomst van ijzer en staal was hout hét bouwmateriaal bij uitstek. Door de vergankelijkheid van dat materiaal, door schaalvergroting en door functiewijzigingen als gevolg van geëvolueerde noden, ging de houten scheepsbouw teloor. En samen met het bouwmateriaal ook de kennis van de typische vormen, vaardigheden en technieken. Dat alles maakt echter een wezenlijk onderdeel uit van ons verleden en dus van de aanloop tot het heden. Daarom is het belangrijk, zo niet onontbeerlijk, dat de informatie die ons erfgoed in zich draagt, behouden blijft en wordt doorgegeven.

In dat opzicht verricht Maurice Kaak al veel langer dan een halve eeuw baanbrekend werk. Met een wetenschappelijke precisie analyseert hij archiefdocumenten over oude scheepstypes en bouwt hij aan de hand van de gevonden gegevens een schaalmodel. Op die manier vindt hij hiaten in de beschrijvingen en komt hij tot een reconstructie die met een zeer hoge graad van waarschijnlijkheid de realiteit benadert en de opvattingen van vroegere auteurs aanvult of corrigeert.

Zo heeft hij al tientallen houten schepen bestudeerd en zijn bevindingen erover gepubliceerd. In 2010 publiceerde hij een standaardwerk: Vlaamse & Brabantse binnenschepen uit de 18e & 19e eeuw. Vergeten vaktaal en oude constructies. Daarin wijdt hij een hoofdstuk aan de bovenpleiten. Sedertdien heeft hij daar verder onderzoek naar gedaan, wat hem hier en daar tot nieuwe inzichten heeft gebracht. Zijn bevindingen publiceert hij nu in onderhavig werk, dat dus als het ware als een aanvulling en/of corrigendum moet worden aangezien.

Vele andere auteurs hebben ook over pleiten gepubliceerd en, zoals dat dikwijls het geval is, refereren zij aan elkaar. Door zijn onderzoek kwam Maurice Kaak tot de constatering dat de schepen die zij beschreven eigenlijk geen pleiten waren maar andere types. Er blijkt in de literatuur ook heel wat verwarring te bestaan over de naam pleit. Maurice Kaak heeft zich echter niet beziggehouden met het weerleggen van al wat door zijn analyse van authentieke notarisakten en bestekken niet correct is gebleken in oudere  werken.

De voorliggende verhandeling over de bovenpleiten is zoals steeds een minutieus doorwrocht werkstuk van zijn hand. Het zal ongetwijfeld als referentie gelden over dat verloren gegane scheepstype. De VZW Ruimschoots was dan ook verheugd dit manuscript te mogen uitgeven.

De bovenpleit

is te verkrijgen bij Ruimschoots VZW,
redactie@ruimschoots.org.

21 x 15 cm, 48 blz, rijkelijk geïllustreerd

Kostprijs: € 15  (+verzendkosten € 5,0 voor verzending binnen België, € 7,0 voor verzending naar het buitenland.)

Op zaterdag 26 november vond de boekvoorstelling plaats in Baasrode.

© provincie Oost-Vlaanderen, foto: Lieven Muësen

MAS - Museum aan de Stroom - Antwerpen

MAS zoekt vrijwilligers voor inventarisatie scheepsplannen COCKERILL

Het “depot van het MAS, gelegen in de voormalige kazerne van de Luchtbal bevat een “verborgen” schat: “de scheepsplannen” van Cockerill.
De plannen zijn de moeite waard en na vele jaren van goede bewaring is de tijd gekomen om ze terug in het daglicht te brengen, te inventariseren en te digitaliseren.
Om dit mogelijk te maken heeft het MAS een vacature voor meerdere vrijwilligers uitgeschreven. Via de link kan u meer informatie vinden over de vacature.

The Mission to Seafarers in Antwerp vzw

Kerst Bazaar

Beste vrienden,

De scheepvaart gaat traag door oorlogen en pandemieën, maar stopt nooit vanwege hen. Ze blijft 90% van de goederen ter wereld over de hele wereld vervoeren. Elk jaar vervoeren ongeveer 86.000 schepen meer dan 86.000 ton vracht – meer dan een ton goederen voor elke persoon op de planeet. “Iedereen in de wereld profiteert van de scheepvaart, maar weinig mensen beseffen het”, aldus voormalig VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon. Of u nu een producent, leverancier, verkoper, handelaar, verzender of consument bent, verzending is van vitaal belang voor u. Zoals een hashtag het stelt: “geen scheepvaart, niet winkelen”.

Ondanks technologische vooruitgang blijven zeelui steeds geconfronteerd met oude en nieuwe uitdagingen – golven, wind, afgelegen havens, lange scheiding van familie, weigering van walverlof, bemanningsvermindering, snelle omzet, misbruik, gevaarlijke ladingen, verlaten van schepen, piraterij, enz. … Sommige schepen hebben een internetverbinding, maar die zijn duur en beperkt. Oorlogen en pandemieën verhogen het stressniveau van zeevarenden enorm. Door deze uitdagingen het hoofd te bieden, blijft de Mission to Seafarers haar eeuwenoude traditie (sinds 1892 in Antwerpen) om zeevarenden te helpen, waarmaken. Tijdens onze bemanningsbezoeken aan boord verspreiden we nieuws (via kranten) en delen we informatie over de haven, de stad en het Seafarers’ Centre. We besteden ruim de tijd om met zeelieden te praten om hun mentale en spirituele welzijn te behouden. Wij assisteren het Seafarers’ Centre, dat aan hen ontspanning en recreatie biedt. Wij zorgen voor een onzichtbaar maar essentieel onderdeel in de scheepvaart, de zeevarenden – de ziel van het schip.

Om ons belangrijke werk voor zeelui en voor de scheepvaart te ondersteunen, doen we een beroep op uw vriendelijkheid en vrijgevigheid door onze jaarlijkse Kerst Bazaar te steunen die plaatsvindt op zaterdag 3 december 2022, in het Antwerp Harbour Hotel, Noorderlaan 100, 2030 Antwerpen, van 11 tot 16 uur.

Donaties voor de prijzen voor onze tombola, die om 16.00 uur zal zijn, flessen voor onze flessenkraam of artikelen voor onze snuisterijenkraam, stellen wij zeer op prijs. Je kunt tombola kaartjes kopen of helpen verkopen. U te zien op onze Bazaar zou een eer en een groot genoegen voor ons zijn. Daar verkopen we fantastische kerstartikelen, enkele specialiteiten, boekenkraam, etc.… Er wordt een heerlijke warme lunch geserveerd. Wij bieden thee en koffie plus gebak in de namiddag. 

Gelieve contact op te nemen met Dora Jolly (03/232 71 15 – 0475/22 96 65) of Pat Arn (03/646 88 51 – 0479/95 15 35) of stuur me een e-mail op june.yanez@mtsmail.org Als alternatief kunt u, indien u dit wenst, een gift storten op de bankrekening van MTS Antwerpen: IBAN BE70 7310 2819 3225 BIC KREDBEBB met de opmerking “donatie”.

Met vriendelijke groeten,

Father June Mark Yañez
Haven Kapelaan

Missions to Seafarers in Antwerp

70 Jaar Kerkschip in Antwerpen

Het Kerschip, gelegen in de Antwerpse Stadshaven aan het Houtdok, viert zijn 70-jarig bestaan. Het betreft een sinds lang gevestigde ontmoetingsplaats voor al wie van dichtbij of veraf enige band heeft met de binnenvaart en in het algemeen met het water. Het vervult een pastorale, zowel als een sociale en culturele rol.

Omwille van het unieke karakter werd het schip op 3 oktober 2011 terecht erkend als varend erfgoed, omwille van zijn historische waarde, als materiële getuige van de specifieke militaire en strategische ontwikkelingen tijdens Werledoorlog O II, zijn industrieel-archeologische waarde, als voorbeeld voor de gevarieerde toepassingen en mogelijkheden voor het’ bouwen met gewapend beton, in de scheepsbouw aangeduid met de benaming ferrociment (Fr.), en zijn sociaal-culturele waarde, door de herbestemming ervan als apostolaat der schippers of “Kerkschip” in 1952.

Voor wie er nog niet geweest is, het Kerkschip is dan ook zeker een bezoek waard.

70 Jaar Kerkschip in Antwerpen

Het Kerschip, gelegen in de Antwerpse Stadshaven aan het Houtdok, viert zijn 70-jarig bestaan. Het betreft een sinds lang gevestigde ontmoetingsplaats voor al wie van dichtbij of veraf enige band heeft met de binnenvaart en in het algemeen met het water. Het vervult een pastorale, zowel als een sociale en culturele rol.

Nochtans, en haast contradictorisch, was het Kerkschip bij de bouw van het casco ervan absoluut niet voor dergelijke doeleinden bestemd maar wel om te dienen als bevoorradingsschip voor het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Na een mislukte landingspoging met binnenschepen op de Engelse kust, hoopte de Duitse legermacht Engeland klein te krijgen door alle aanvoer langs de zee af te snijden. Voor deze ‘Slag om Engeland” bouwde men honderden onderzeeboten, die dan vanuit Franse oorlogshavens de oceaan onveilig maakten.
Het uitvinden door de Engelse marine en het gebruik van magnetische zeemijnen is echter een streep door de rekening van de Duitsers. Hitler beslist dan als tegenzet betonnen tankschepen te bouwen, die als bunkers zouden dienen om in volle oceaan de onderzeeërs te bevoorraden met mazout, olie, drinkwater en levensmiddelen.

De Franse maatschappij “La Maison Saintrap et Brice” van Parijs, kreeg de opdracht een zeeschip te bouwen in gewapend beton, met een lengte van 95,85 meter, een breedte van 14,25 meter en een diepte tussen kiel en dek van 7,85 meter. Tussen 1942 en 1944 werd hieraan hard gewerkt in een droogdok te Rotterdam, waarna het begin 1944 met het oog op afbouw naar de haven van Antwerpen wordt versleept.

Maar tot afbouw kwam het niet. In september 1944 bij de bevrijding van de stad en de haven werd het betonnen schip als oorlogsbuit aangeslagen door de Belgische staat en als dusdanig publiek te koop gesteld.

De firma Antoine Vloeberghs (later Caloria) kocht het schip met de bedoeling een bijdrage te leveren voor de “Kolenslag” die door Achille Van Acker was ingezet. Na enige tijd als bunker- en proviandschip gefunctioneerd te hebben, werd echter aan het toenmalige aartsbisdom Mechelen voorgesteld het schip over te nemen om er een kerkelijk en sociaal centrum voor de varende gemeenschap van te maken.

Onder de bezielende geestdrift van de eerste schippersaalmoezenier Van den Busch om een kerkschip in de haven van Antwerpen te hebben., werd op 18 december 1950 de verkoopakte ondertekend waardoor het schip overging naar de v.z.w. Aartsbisdom Mechelen. Onder leiding van deze aalmoezenier en van de heer Henri Heylen, scheepsexpert en zelf schipperszoon, werd vervolgens bovenop het casco een uniek schipperscentrum opgebouwd.

Door de aankoop van uitneembare woningen uit de Meereigen te Merksem, kon men snel een woonst voor de conciërge en de aalmoezenier bouwen. Een schip dat oorspronkelijk bedoeld was voor de Duitse krijgsmarine, werd hiermee een centrale ontmoetingsplaats voor de varende gemeenschap. Het beheer van het Kerkschip werd toevertrouwd aan de VZW Apostolaat der Schippers aan wie het Kerkschip werd geschonken.

In de bewoordingen van het oprichtingsbesluit van het Apostolaat werd het Kerkschip opengesteld voor de varende gemeenschap met het oog op “het behartigen van het godsdienstig, zedelijk, sociaal en cultureel welzijn”. Vier van de vijf oprichtende leden behoorden dan ook tot de clerus. De op het eerste zicht “vreemde eend” in de bijt, was de heer Vloeberghs, die uit erkentelijkheid medeoprichter en bestuurder was.

Het schip mag uniek worden genoemd daar het alleszins in Europa het enige betonnen schip is, het casco is met name gebouwd in gewapend beton.

De ruimte onder dek is op dit ogenblik niet voor het publiek toegankelijk, maar het is de intentie om de machinekamer, die nooit als dusdanig heeft dienst gedaan en waar zich ook nooit geen machines hebben bevonden, op termijn open te stellen voor het publiek.

Maar ook de bovenbouw is uniek, niet alleen door de wijze waarop die tot stand is gekomen, met de steun van vele helpende handen uit de binnenvaart, maar ook omwille van het feit dat de enige kerk in België betreft die gevestigd is op een schip.

Vanaf de oprichting tot op heden, 70 jaar lang, heeft het Kerkschip daarbij steeds kunnen beschikken over een aalmoezenier van de binnenvaart, een aalmoezenier die daarbij voor de ganse Belgische binnenvaart is aangesteld.

Wekelijks vindt op zondagochtend een misviering plaats. Daarnaast zijn er zeer vele dopen, communiefeesten en ook begrafenissen die op het Kerkschip plaatsvinden.

Het Kerkschip beschikt over een grote kapel, die aansluit op de feestzaal, en daarnaast een kleine kapel aan de andere zijde van het Kerkschip.

Naast misvieringen houdt de aalmoezenier zich ook bezig met ziekenbezoeken en, in gevallen waarin schepen een zwaar ongeval hebben gehad, met het opvangen van deze mensen.

Regelmatig wordt de aalmoezenier ook gevraagd voor het dopen van nieuwe schepen.

Ook al is niet iedereen in de varende gemeenschap gelovig, er bestaat een sedert zeer lang vaststaande traditie om schepen te dopen. Meermaals weerklinkt daarbij de in de binnenvaart algemeen gekende leuze “Maria beware allen die varen”.

Wat de sociale functie betreft, het schip is de thuishaven van verschillende aan het Apostolaat gelieerde organisaties, zoals de Schippersgilde, de Scheepsboys, de Lourdesvrienden, en het kerkkoor, alsook van een vereniging uit de zeevaart.

Goede banden zijn er tevens met de VZW De Schroef, die in 1983 als kleuterschool in de haven van Antwerpen werd opgericht om voor de kleinste kinderen van de varende gemeenschap kleuteronderwijs mogelijk te maken.

Het Kerkschip is de locatie bij uitstek voor familiefeesten en feesten van de verenigingen, in de week is het een plek waar mensen aangenaam kunnen vertoeven bij een hapje en een drankje en wat kunnen bijpraten.

Op cultureel vlak is er tweejaarlijks de tentoonstelling “Schippers Scheppen Schoonheid” en staat de uitbouw van een museum, waarbij zowel de geschiedenis van het Kerkschip als van de binnenvaart en de grote verbondenheid met de haven van Antwerpen, centraal.

Omwille van het unieke karakter werd het schip op 3 oktober 2011 terecht erkend als varend erfgoed, omwille van zijn historische waarde, als materiële getuige van de specifieke militaire en strategische ontwikkelingen tijdens Wereldoorlog O II, zijn industrieel-archeologische waarde, als voorbeeld voor de gevarieerde toepassingen en mogelijkheden voor het’ bouwen met gewapend beton, in de scheepsbouw aangeduid met de benaming ferrociment (Fr.), en zijn sociaal-culturele waarde, door de herbestemming ervan als apostolaat der schippers of “Kerkschip” in 1952.

Voor wie er nog niet geweest is, het Kerkschip is dan ook zeker een bezoek waard.

Marc De Decker,

 Voorzitter RvB Apostolaat